IvnNL

Een speciale plaats voor wetenschap en technologie

scope

Bijzonderheden van het TNO

Geschiedenis

TNO is in 1932 bij wet opgericht om bedrijven en overheden te ondersteunen met innovatieve, praktische kennis. Het is vergelijkbaar met de Duitse Fraunhofer Society en, in mindere mate, met CSIRO in Australië. Daarnaast had TNO van 2004 tot 2014 ook 10% van het Oostenrijkse Joanneum Research in handen.

TNO treedt op als innovator namens het Ministerie van Defensie, het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Geologische Dienst van Nederland. In deze gevallen is TNO verantwoordelijk voor defensie en veiligheid, arbeidsparticipatie en geologisch onderzoek.

Omvang van de werkzaamheden

De strategie van TNO is gebaseerd op verworvenheden en trends in de samenleving. Het werk van TNO richt zich op 9 gebieden die overeenkomen met de doelstellingen van het nationale economische beleid op basis van de zogenaamde kernsectoren en maatschappelijke vraagstukken die relevant zijn voor Nederland en Europa.

Het financiële model van TNO

TNO is een kennisorganisatie zonder winstoogmerk. Om de continuïteit te waarborgen maakt de organisatie een zo bescheiden mogelijke winst om investeringen te financieren, continuïteit in de kennisontwikkeling te waarborgen en een duurzame en gezonde financiële positie te handhaven.

Vroege onderzoeksprogramma’s en programma’s voor collaboratieve innovatie worden altijd gedeeltelijk gefinancierd met overheidsmiddelen. De aldus gecreëerde kennis wordt vervolgens verder ontwikkeld via publiek-privaat onderzoek met partners, een proces dat ook wel “gedeelde innovatie” wordt genoemd. Daarnaast worden de onderzoeksresultaten verder ontwikkeld en toegepast in contractonderzoek, dat volledig wordt gefinancierd door TNO-klanten. Dit proces, zo stelt TNO, brengt onderzoek dichter bij de markt en vertaalt het actief via spin-outs en licenties.

Typische projecten

  • TROPOMI is een satellietinstrument dat metingen zal verrichten in de troposfeer, waardoor een nauwkeurig beeld wordt verkregen van de toestand van het veranderende klimaat. TNO ontwierp het opto-mechanische hart van het instrument, de zichtbare nabij-veld optische bankmodule (UVN-OBM) ultraviolet.
  • Gepersonaliseerde digitale gezondheid: Als diagnose en behandeling aan het individu worden gekoppeld, helpt dit over- of onderbehandeling te voorkomen, waardoor de totale kosten van de gezondheidszorg dalen. TNO baseert alle inspanningen op het verbeteren van de kwaliteit van digitale gezondheid door te focussen op voorspelling, preventie, personalisatie, participatie en privacy.
  • Het project, dat door TNO wordt geleid, is gericht op een verlaging van de totale eigendomskosten voor vrachtwagens en bussen, waarbij een aanzienlijke emissieloze capaciteit wordt geboden met behoud van een groter rijbereik voor regionaal gebruik.
  • Platooning: Bij dit project wordt technologie voor platooning van vrachtwagens ontwikkeld die geautomatiseerd rijden op de openbare weg praktisch mogelijk moet maken. Platooning van vrachtwagens kan het wegvervoer sneller, goedkoper, schoner en veiliger maken en tegelijk de wegcapaciteit vergroten.
  • North Sea Energy is een Consoum-project dat emissievrije energieproductie in de Noordzee mogelijk moet maken.
  • Blockchain: TNO biedt een blockchain lab voor projecten die de toepassing van blockchain technologie in verschillende domeinen onderzoeken.
  • Real-Time Intelligence (RTI): TNO’s RTI-Lab onderzoekt hoe de efficiëntie van de politie kan worden verbeterd, bijvoorbeeld bij de opsporing van vermiste personen.
  • Lifestyle as a Medicine: In samenwerking met het LUMC wordt met dit project getracht mensen met diabetes type 2 in de mise en place volledig te genezen met veranderingen in de levensstijl.
  • Schaduwkoepel : In samenwerking met de strijdkrachten werd een koepelstructuur ontworpen die bescherming biedt tegen barre weersomstandigheden, bescherming biedt tegen ballard, een zeer laag energieverbruik heeft en gemakkelijk op te zetten en af te breken is.
  • Energiebesparende asp : De nieuwe asp bespaart brandstof en vermindert de CO2-uitstoot.
  • Het GeoERA-programma is de eerste stap in het vrij toegankelijk en transnationaal maken van geologische kennis over ons continent. Via dit programma werken gebruikers van instellingen uit 31 landen samen aan geologische onderzoeksprojecten.
  • Innovatie voor ontwikkeling: een programma om onderzoeksresultaten te verspreiden onder kleine en middelgrote ondernemingen en om innovatie in ontwikkelingslanden aan te wenden.
  • SolaRoad: TNO maakte deel uit van het bestuur dat ’s werelds eerste spoor van zonnepanelen heeft aangelegd, bekend onder de naam SolaRoad.

Locaties

TNO is ondergebracht in Den Haag. Andere locaties zijn: Delft, Rijswijk, A, Gronjø, Helmond, Soesterberg, Utre , st en ho . TNO heeft ook internationale vestigingen in Shin-Yooama (Japan), | (Canada), Brussel (België), Doha (Qatar), Singapore en Aruba. De vestigingen in Furp en Enschede werden in 2014 gesloten.
Kritiek

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de organisatie belangrijk in een aantal grote bezettingsmachten van de nazi’s. De directeur was. Als rector van de Universiteit Utrecht ontsloeg hij de joodse hoogleraren Ornstein, Roos en Wolff en de joodse student-assistenten Heer, Ke, Pais en Van der Hoehe. Hij zat in het bestuur van de ACU, die door de Duitsers werd gecontroleerd.

In 2006 is TNO-ITSEF, een dochteronderneming van TNO, omgevormd om haar testrapporten met betrekking tot veelgebruikte stemcomputers in Nederland te publiceren. In hetzelfde jaar weerlegde een Zwitserse onderzoeksgroep een breed opgezet TNO-rapport waarin werd beweerd dat UMTS-straling een gezondheidsrisico inhoudt. De organisatie kreeg ook kritiek nadat 200 bewoners van de TNO-woningbouwwijk uit hun huis waren gezet vanwege de structurele grenzen, terwijl de bouw technisch gezien pas vijf maanden geleden door TNO was goedgekeurd.

TNO kreeg in 2006 ook lof toegezwaaid voor hun onderzoek naar het Balkonongeluk in Maasta in 2003, waarbij twee mensen om het leven kwamen.

In 2018 werd TNO gecrediteerd voor hun berichtgeving over de crash in Enschede op 13 mei 2000, beschuldigd van fraude om de oorzaak van de crash te verhullen, zo blijkt uit het onderzoek van Paul van Buijt.